Functieniveaus

Functieniveaus

Toen de Generale Regeling Kerkmuziek in de jaren '70 van start ging werd aan veel Nederlandse Hervormde (wijk)gemeentes - en later ook aan steeds meer Gereformeerde kerken - een kerkmuzikaal functieniveau toegekend. Dat gebeurde meestal op basis van het door de plaatselijke kerkenraad vastgestelde beleidsplan kerkmuziek.
Er worden drie functieniveaus onderscheiden, die elk van toepassing zijn op orgel en cantoraat. De functieniveaus voor het cantoraat worden omschreven in artikel 4 van de Generale Regeling Kerkmuziek, die voor orgel in artikel 5. 

Cantoraat

  • Functieniveau 1: 
    • leiden van gemeentezang;
    • leiden van een cantorij, koor en/of instrumentale groep t.b.v. de kerkdienst (hoge moeilijkheidsgraad);
    • en/of: componeren van liturgische muziek.
  • Functieniveau 2: 
    • leiden van gemeentezang;
    • leiden van een cantorij, koor en/of instrumentale groep t.b.v. de kerkdienst (gemiddelde moeilijkheidsgraad);
    • en/of: het maken van liedzettingen en andere liturgische muziek.
  • Functieniveau 3: 
    • leiden van de gemeentezang;
    • leiden van een cantorij, koor en/of andere instrumentale kerkmuziek (eenvoudige moeilijkheidsgraad).

Orgel

  • Functieniveau 1: 
    • kerkelijk orgelspel;
    • uitvoeren van professioneel orgelspel (hoge moeilijkheidsgraad;
    • en/of: samenwerking met cantorij, koor en/of instrumentale groep t.b.v. de kerkdienst of anderszins, op professioneel niveau (hoge moeilijkheidsgraad);
    • componeren van liturgische muziek;
    • en/of het bespelen tijdens de kerkdiensten van een monumentaal orgel.
  • Functieniveau 2: 
    • kerkelijk orgelspel;
    • uitvoeren van professioneel orgelspel (gemiddelde moeilijkheidsgraad;
    • en/of: samenwerking met cantorij, koor en/of instrumentale groep t.b.v. de kerkdienst of anderszins, op professioneel niveau (gemiddelde moeilijkheidsgraad);
    • het maken van liedzettingen en andere liturgische muziek.
  • Functieniveau 3: 
    • kerkelijk orgelspel;
    • uitvoeren van orgelmuziek;
    • en/of: samenwerking met cantorij, koor en/of instrumentale groep t.b.v. de kerkdienst of anderszins, op professioneel niveau (eenvoudige moeilijkheidsgraad).

Welke bevoegdheid? 

Op basis van het plaatselijk vastgestelde functieniveau wordt bepaald over welke bevoegdheid de in die gemeente aan te stellen kerkmusicus dient te beschikken. Functieniveau 1 impliceert een eerstegraads bevoegdheid, functieniveau 2 een tweedegraad en functieniveau 3 de derde graads bevoegdheid. Zie hier voor meer informatie over de kerkmuzikale bevoegdheden.