Beheer en Management

Beheer en management

Kerkmusici die niet vallen onder de Generale Regling Kerkmuziek (PKN) of de Interdiocesane Regeling voor de Kerkmuziek, of op een andere wijze zijn aangesteld op basis van een arbeidsovereenkomst, gelden als vrijwilliger. Wanneer zij een vergoeding ontvangen, gelden voor hen de regels van de Belastingdienst t.a.v. vrijwilligersvergoedingen. Dit is dus ongeacht het kerkgenootschap waarvoor zij hun werk doen, en ook ongeacht de aard van de bijdrage (vocaal of instrumentaal). 

Inhoud

Die regels komen samengevat hier op neer: 

  • maximaal € 4,50 per uur
  • maximaal € 150,- per maand
  • maximaal € 1.500 per jaar

(Dit zijn de bedragen voor 22 jaar en ouder. Voor de leeftijdscategorie daaronder geldt het maximale uurbedrag van € 2,50; het maximum voor de maand- en jaarbedragen blijven gelijk). 

De Protestantse Kerk is het de belastingdienst overeengekomen dat voor één kerkdienst 5 uur staat. Uitgaande van het maximum van € 4,50 per uur is het maximumbedrag voor één dienst € 22,50 (tot 22 jaar € 12,50). 

Meer informatie

  • De uitgebreide informatie over de regels van de belastingdienst is te vinden op www.belastingdienst.nl
  • Op de site van de Protestantse Kerk is een download te vinden Vrijwilligersvergoeding voor kerkmusici. Zie www.protestantsekerk.nl (onder de kop 'Modellen kerkmusicus-vrijwilligers'. 
  • Voor de Rooms Katholieke Kerk is informatie te vinden op de site van de NSGV. Amateurmusici onder het niveau van Kerkmuziek III kunnen een vergoeding overeenkomen met het kerkbestuur. De salaristabel geeft hier de bedragen voor aan (niveau a of niveau b). 

Nederland telt een grote hoeveelheid orgels en de meeste daarvan staan in kerken. Vaak gaat het om historische waardevolle instrumenten, al dan niet met monumentenstatus. Maar of die status nu wel of niet van toepassing is, het orgel is per definitie een complex en waardevol instrumenten waarbij zorgvuldig beheer van belang is.

Meer informatie over beheer en/of nieuwbouw:

  • De Commissie Orgelzaken (COZ), ressorterend onder de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer binnen de PKN, geeft advies over nieuwbouw en restauratie. Zie: www.kerkrentmeester.nl. Hier kan de COZ-brochure Zorg voor het Orgel worden gedownload.
  • Katholieke Klokken- en Orgelraad (KKOR). Een college van orgel- en klokkendeskundigen die parochies ondersteunen en adviseren m.b.t. het beheer van orgels en klokken. 
  • Platform Klinkend Erfgoed: een samenwerkingsverband van opdrachtgevers/eigenaren, opdrachtnemers (bouwers, adviseurs, inspecteurs) en verder alle andere betrokkenen bij het beheer en behoud van orgels en klokken (luidklokken, beiaards en torenuurwerken). Het Platform Klinkend Erfgoed valt onder de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. Beide instanties gaven de waaier Zorg voor uw orgel uit. 
  • De orgeladviseurs zijn verenigd in het College van Orgeladviseurs in Nederland (CVON). De opleiding tot orgeladviseur wordt verzorgd door de Landelijke Opleiding tot Orgeladviseur.  
  • Vereniging van Orgelbouwers in Nederland.

Voor de Rooms-Katholieke Kerk is de Beleidsnota Kerkmusicus (2010) uitgangspunt voor organisatie en beleid. De rechtspositie van de kerkmusicus is geregeld in het Rechtspositiereglement kerkmusici (dirigenten & organisten) in bisdommen van de R.-K. kerkprovincie Nederland (2000/2010). Dit reglement is hier te vinden: Rechtspositiereglement kerkmusici RK

Inhoud

In dit Rechtspositiereglement kerkmusici wordt het volgende nader bepaald en omschreven:

  • Arbeidsovereenkomst
  • Salariëring
  • Werktijd en vakantie
  • Verlof en ziekte

In Interdiocesane Regeling voor de Kerkmuziek (te vinden in het Rechtspositiereglement als bijlage III) worden o.a. de bevoegdheden omschreven:

  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen de functies dirigent/organist, dirigent en organist;
  • Voor elk van deze functies zijn er drie functieniveaus: I, II en III. (Meer informatie over de functieniveaus: Functieniveaus)
  • Daarnaast zijn er ook twee functieniveaus voor amateurs: A en B. Niveau A geldt voor organisten of dirigenten met ruimere ervaring, B voor organisten of dirigenten die basale vaardigheden beheersen.

Opleiding

Voor functieniveau I en II is een afgeronde conservatoriumstudie vereist. Functieniveau III wordt toegekend op basis van de afgeronde driejarige cursus Kerkmuziek III. De afspraken rond het functieniveau (gediplomeerd: I, II of II; amateur: A of B) worden rechtstreeks met de werkgever gemaakt; zo nodig adviseert de KDOV hierbij.

Meer informatie

En verder

De KDOV behartigt de belangen van de kerkmusici. Zie hiervoor ook de website van de KDOV

In voorkomende gevallen adviseert ook de KVOK, als beroepsvereniging, haar leden, geïnteresseerden en belanghebbenden inzake de rechtspositie van de kerkmusicus en verwante onderwerpen. Ook kan de KVOK adviseren rond sollicitatie- en ontslagprocedures, benoemingen, fusies en samenvoegingen. 

De praktijk van de kerkmuziek biedt een kleurrijk beeld. Dat was altijd al zo, verschillen tussen kerken onderling was vanzelfsprekend. Maar het kenmerkende van nu is dat er ook binnen kerken en ook binnen gemeentes veel verschillen voorkomen. Er zijn uiteenlopende wensen en idealen. Het aantal mogelijkheden rond repertoire en muziekinstrumenten is veel groter dan voorheen. Fusies brengen groepen met uiteenlopende kerkmuzikale praktijken samen.
Die situatie vraagt om een doordacht kerkmuzikaal beleid.

Er zijn verschillende handleidingen om tot zo’n beleid te komen:

De Protestantse Kerk ondersteunt de locale kerken bij het maken van een beleidsplan met de brochure Bronnen voor Beleid. Werkboek voor beleidsontwikkeling. Bijlage IV in deze brochure biedt een beknopte handreiking voor het onderdeel Kerkmuziek in het beleidsplan. Zie in ook Werkblad 16 De Eredienst.

Tegelijk met het Liedboek, bidden en zingen in huis en kerk werd in 2013 het begrip muziekprofiel geïntroduceerd. Het nieuwe Liedboek is een bundel voor een pluriforme kerk, zo is de gedachte, en dat betekent dat niet alles voor iedereen is bestemd. De bundel biedt mogelijkheden voor de verschillende richtingen en stromingen binnen het totaal van de Nederlandse protestantse kerken.
Met het muziekprofiel geeft een gemeente aan wie ze in kerkmuzikaal opzicht is. Het komt neer op het beantwoorden van deze vragen:

  1. wat zingen we wel en wat niet?
  2. wat kunnen we wel en wat niet?
  3. wat zouden we willen en hoe gaan we dat realiseren?

Er verschenen verschillende handreikingen, als ondersteuning bij het formuleren van een muziekprofiel:

  • In het magazine Ik zing, dat bij de verschijning van het nieuwe liedboek verscheen, staat een beknopte werkwijze: Hanna Rijken, In vier stappen op weg! Implementatie van het liedboek in uw gemeente (pagina 18).
  • De ISK biedt op de site rond het Liedboek als download de handreiking De invoering van Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk. Het muziekprofiel van de gemeente aan.
  • In de serie Werkboekjes voor de eredienst verscheen als nr. 38: Klaas Holwerda, Een nieuw lied. Handreiking bij Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk. Hoofdstuk 4 gaat over muziekprofielen. Een uitgave van Boekencentrum.
  • Zie ook de schriftelijk versie van een lezing door Anje de Heer over dit onderwerp: Nieuw Liedboek – Profiel en Beleid.
  • Binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt is een handreiking voor het werken met een muziekprofiel te vinden in de brochure Met heel mijn hart. Zie daarin hoofdstuk 5 ‘Aan de slag met een muziekprofiel’ (p. 30-36).
  • Zie voor cursussen rond kerkmuzikaal beleid de pagina Opleidingen.

De NSGV biedt met oog op kerkmuzikaal beleid in Rooms-Katholieke context een speciale handleiding aan: Handleiding voor de formulering van een beleidsplan (liturgie en) kerkmuziek in r.-k. parochiesIn deze handleiding wordt in vier stappen toegewerkt naar zo'n plan: 

  1. Wat is de status quo?
  2. Wat zijn de wensen en mogelijkheden? 
  3. Opstellen van het beleidsplan;
  4. Organiseren en uitvoeren. 

In een informatief aanhangsel worden o.a. de verschillende koormogelijkheden op een rijtje gezet en omschreven. 

In de kerkorde van de Protestantse kerk is vastgelegd dat aan de gemeentezang en de verdere muzikale vormgeving van de eredienst leiding wordt gegeven door een kerkmusicus Ordinantie 5. Deze kerkmusicus is aangesteld volgens de bepalingen van de Generale Regeling voor de Kerkmuziek. Deze regeling is hier te vinden: Generale Regeling voor de kerkmusici.

Inhoud

In deze Generale Regeling wordt het volgende geregeld:

  • De verantwoordelijkheid van de kerkenraad t.a.v. de kerkmuziek;
  • Het functieniveau:
    • Er zijn drie functieniveaus mogelijk: I, II en III (Meer informatie: Functieniveaus);
    • Deze functieniveaus worden onderscheiden naar orgel en cantoraat;
    • De functieniveaus gelden aan de ene kant het takenpakket van de kerkmusicus en aan de andere kant de bevoegdheidsverklaring van de kerkmusicus. (Meer informatie: Bevoegdheidsverklaring);
  • De rechtspositie van de kerkmusicus;
  • Alles rond de benoeming.

Bij deze Regeling Kerkmuziek biedt de Protestantse Kerk een toelichting.

Opleiding

Voor functieniveau I en II is een afgeronde conservatoriumstudie vereist. Functieniveau III wordt toegekend op basis van de afgeronde driejarige cursus Kerkmuziek III. Meer informatie hierover op de pagina Opleiding Kerkmusicus Professional (t.a.v. functieniveau I en II) en de pagina Opleiding Kerkmusicus Amateur (Cursus Kerkmuziek-3). 

Meer informatie

Zie daarvoor de website van de Protestantse Kerk

En verder

Commissie Regeling Kerkmusici

Met oog op de Generale Regeling heeft de PKN een Commissie Regeling Kerkmusici. Deze commissie maakt deel van uit van de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland. Bij deze commissie kan men terecht met allerlei vragen en rond diverse kwesties: 

  • Vragen rond de Generale Regeling, waaronder vragen die gaan over de toepassing van de Regeling in een veranderend kerkmuzikaal werkveld;
  • De Commissie Regeling Kerkmusici is door de Dienstenorganisatie aangewezen om een adviserende rol te vervullen bij (voorgenomen) sollicitatieprocedures;
  • Ook behoren tot het takenpakket van de commisie: 
    • zaken rond kerkfusie of -sluiting;
    • het verstrekken van bevoegdheidsverklaringen;
    • adviseren en bemiddelen bij conflicten tussen kerkmusicus en werkgever.

Het aanspreekpunt van de Commissie Regelingen is Peter Ouwerkerk. Contactgegevens: 

Commissie Regeling Kerkmusici
Dienstenorganisatie Protestantse Kerk
Postbus 8504
3503 RM Utrecht
030 880 1880
 

KVOK

In voorkomende gevallen adviseert de KVOK, als beroepsvereniging, bij vragen van leden, geïnteresseerden en belanghebbenden inzake de toepassing van de Regeling Kerkmuziek en andere zaken rond rechtspositie en aanstelling. Ook kan de KVOK adviseren rond sollicitatie- en ontslagprocedures, benoemingen, fusies en samenvoegingen. 

 

Vakbond

Kerkmusici wordt geadviseerd lid te worden van CNV Kerk & Ideëel. 
De KVOK en het Huis van de Kerkmuziek hebben dit gezamenlijk met het CNV besproken en de uitkomst daarvan - een vakbond waar de expertise rond de belangenbehartiging van de kerkmuziek geborgd is - werd najaar 2020 in de openbaarheid gebracht. 
Zie  voor meer informatie het onderstaande artikel: Peter Ouwerkerk, De belangenbehartiging van de kerkmusicus. Is het tijd voor een echte vakbond? Muziek en Liturgie, oktober 2020): 

ML oktober 2020 CNV